Behoud en beheer van natuurgebieden

Beschermde natuurgebieden

In Nederland worden natuurgebieden op verschillende manieren beschermd. Veel gebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS), Natura 2000, Nationale Parken en/of Nationale Landschappen. Deze gebieden worden beschermd door verschillende wetten en regels. Hoe dat bepaald wordt, hangt vooral af van het soort natuur dat in deze gebieden voorkomt. Dat kunnen bijzondere soorten zijn, maar vaker gaat het om de hele leefomgeving (het ‘ecosysteem’) waarin soorten samenleven. Daarnaast gelden er specifieke regels voor bepaalde belangrijke ecosystemen zoals bossen, wetlands, grote wateren en koraalriffen (in de BES-eilanden). Meest relevant is de wet natuurbescherming.

Lees verder over:

  • Natura2000: informatie over het rijksbeleid en verdere details over Natura 2000 gebieden in Nederland.
  • Beleid ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland.
  • De 20 Nationale Landschappen in Nederland (cultureel erfgoed en natuur).
  • De 20 Nationale parken in Nederland. Deze behoren tot het Natuurnetwerk Nederland. Een Nationaal Park is een aaneengesloten natuurgebied van minimaal 1.000 hectare met bijzondere planten en dieren en een karakteristiek landschap. Er is een internationale afspraak om dergelijke gebieden te beschermen. Het beheer van een nationaal park is gericht op natuurbehoud en -ontwikkeling, natuurgerichte recreatie, educatie en voorlichting, en  onderzoek. De parken zijn verenigd in de Stichting Samenwerking nationale Parken (SNP).
  • Bossen: Ongeveer 10% (360.000 hectare) van Nederland bestaat uit bos. De wet natuurbescherming beschermt deze bossen. Hierin is bepaald dat mensen die bos willen kappen, dit moeten melden bij de provincie. Die kan een kapverbod opleggen. Mag er wel worden gekapt, dan moeten er nieuwe bomen worden aangeplant. Bossen maken veelal deel uit van het Natuurnetwerk Nederland, en kunnen onderdeel zijn van Nationale Parken en Nationale Landschappen. In 2020 lanceerde de Minister van LNV en de provincies een nieuwe landelijke bossenstrategie tot 2030.
  • Wetlands: Nederland heeft zo’n 1.000.000 hectare aan wetlands welke worden beschermd door het internationale Ramsar-verdrag.
  • Behoud van natuur grote wateren: Nederland heeft verschillende grote wateren: het Waddengebied, de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Noordzee, het kustgebied en het rivierengebied. De overheid wil de toekomst van de natuur in de grote wateren beter veiligstellen. Daarom ontwikkelde het Rijk, samen met anderen, in 2014 een toekomstvisie: de Natuurambitie Grote Wateren 2050-2100. Zie ook de aanbiedingsbrief aan de tweede kamer.
  • De Waddenzee die staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco en tevens is beschermd op grond van het internationale Ramsar-verdrag en de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000-gebied).
  • Noordzee: Het gehele Nederlandse deel van de Noordzee valt onder het Natuurnetwerk Nederland en bepaalde delen zijn of worden ook Natura 2000-gebied.

Natuur in Caribisch Nederland

Caribisch Nederland bevindt zich in een van de ‘hotspots’ van biodiversiteit in de wereld.  De natuur is niet alleen enorm divers, maar ook belangrijk voor de economie en welvaart van de eilanden. Vandaar dat het natuurbeleidsplan Caribisch Nederland de nadruk legt op duurzaam gebruik van de natuur op de eilanden.

Aruba, Curaçao en St. Maarten zijn net als Nederland zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De eilanden Bonaire, Saba en St. Eustatius vallen als Openbaar lichaam binnen het staatsbestel van Nederland. Zij staan bekend als Caribisch Nederland. Het Koninkrijk der Nederlanden is partij bij internationale verdragen die van belang zijn voor het natuurbehoud in het Caribisch gebied, onder andere de Conventie inzake Biodiversiteit en het Protocol concerning Specially Protected Areas and Wildlife (SPAW Protocol). De verplichtingen vanuit die verdragen voor Caribisch Nederland zijn verankerd in de Wet grondslagen natuurbeheer en -bescherming BES. Deze wet regelt ook de verdeling van uitvoerende machten en verantwoordelijkheden tussen de Rijksoverheid en Openbaar lichaam. Voor de bescherming van mariene bronnen vormen de Visserijwet BES en de Wet Maritiem Beheer BES een aanvulling op de natuurwetgeving.

Iedere vijf jaar stelt de minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit een Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland vast, in nauw overleg met de bestuurscolleges van de eilanden. Het Natuurbeleidsplan fungeert als algemeen kader voor het natuurbeleid. Het omvat doelstellingen, prioriteiten, natuurbeschermingswaarden, en een lijst van nationale parken, zowel terrestrisch als marien.

Het eerste Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland  2013-2017 is in april 2013 vastgesteld (zie ook de aanbiedingsbrief van toenmalig staatsecretaris Dijksma aan de tweede kamer). Dit plan benadert natuur op de eilanden als integraal onderdeel van de maatschappij. De natuur op de Caribische eilanden is een belangrijke economische motor. Uitgangspunt bij de concrete actiepunten in het plan is dan ook dat de natuur duurzaam gebruikt moet kunnen blijven worden. Verder staan de beschermde en nog te beschermen gebieden beschreven, waaronder 3 kandidaat-locaties voor Werelderfgoed, 5 Ramsar-locaties (wetlands), 3 SPAW-locaties en 5 Nationale Parken. Het plan voorzag in de uitvoering maatregelen voor mainstreaming van het natuurbeleid, communicatie, onderzoek, en natuurlijk beheer en herstel. In 2020 verscheen het Beleidsplan natuur en milieu Caribisch Nederland 2020-2030 zie ook de aanbiedingsbrief van minister Schouten aan de tweede kamer.

De natuur in Caribisch Nederland heeft te lijden van overbegrazing en daaruit voortkomende erosie. Mariene gebieden worden bedreigd door watervervuiling en aantasting van het koraal als gevolg van klimaatverandering. Ook invasieve soorten, zowel op land als in zee, vormen een serieuze bedreiging voor de biodiversiteit. In totaal 51 van de op de eilanden voorkomende soorten staan op de Rode Lijst van meer of minder bedreigde soorten van de IUCN, als ‘ernstig bedreigd’ (CR), ‘bedreigd’ (EN) of ‘kwetsbaar’ (VU).

Voor het beheer van de natuur heeft het Openbaar lichaam van de eilanden beheerorganisaties opgezet: Stichting Nationale parken Bonaire (STINAPA Bonaire), Sint Eustatius National Parks (STENAPA) en Saba Conservation Foundation (SCF).  Deze beheerorganisaties zijn verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van beheerplannen en kunnen deze ook handhaven. Daarnaast zijn er veel niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en bedrijven actief, bijvoorbeeld voor het beschermen  van zeeschildpadden en papegaaien.

De Dutch Caribbean Nature Alliance (DCNA) is een regionaal netwerk dat natuurbeheerorganisaties in de Nederlandse Cariben assisteert bij het beschermen van de natuur en het bevorderen van een duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen van de eilanden. DCNA fungeert als netwerk tussen de eilanden, bouwt aan lokale capaciteit voor natuurbeheer en vertegenwoordigt de regionale belangen van de eilanden. Daarnaast beheert DCNA een fonds dat tot doel heeft een duurzame financiële toekomst voor aangewezen beschermde gebieden overal in de Nederlandse Cariben te garanderen.

Voor Bonaire is onderzocht hoeveel de natuur waard is: 105 miljoen dollar. Daarvan zijn 37 miljoen dollar feitelijke opbrengsten voor Bonaire. De rest van het bedrag is gebaseerd op een zogenaamde willingness to pay studie. Dat is een studie naar de betalingsbereidheid van zowel Nederlanders als Caribianen voor het in stand houden van de Bonairiaanse natuur. Hiermee is aangetoond dat natuur een belangrijke inkomstenbron van het eiland is en dus de moeite waard om te beschermen. De studie was onderdeel van het programma 'The Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB)'.

Beheer van natuurgebieden

Om hun waarde voor de natuur en landschap te behouden, worden natuurgebieden beheerd. Bos wordt bijvoorbeeld verjongd door nieuwe aanplant of natuurlijke verjonging, heide wordt begraasd of geplagd, en waterstromen gereguleerd. Al deze ingrepen, en het doel ervan, zijn vastgelegd in beheerplannen. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de eigenaren en beheerders; het beleid - sinds 2013 vanuit de provincies - bepaalt de grote lijnen.

Veel natuurgebieden onder het Natuurnetwerk Nederland, Natura 2000 of daarbuiten, worden beheerd door natuurbeschermingsorganisaties, zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, en de Provinciale Landschappen. Zij heten ook wel terreinbeherende organisaties. Staatsbosbeheer beheert ruim 270.000 hectare bos en natuur dat eigendom is van het Rijk. De andere organisaties zijn particuliere verenigingen of stichtingen, die samen ruim 215.000 hectare beheren. Rijkswaterstaat beheert veel natuurgebied op het water (zo’n 70% Natura 2000-gebied bestaat uit water). Het ministerie van Defensie beheert ca. 30.000 hectare natuurgebied op militaire oefenterreinen. De overige natuurgebieden zijn in eigendom van gemeenten, waterschappen, waterleidingbedrijven, financiële instellingen, en particulieren. Zij beheren deze gebieden zelf, of besteden dit uit aan rentmeesters en andere professionele beheerders.

Particulieren – bijvoorbeeld agrariërs, landgoed-, bos- en natuureigenaren en recreatieondernemers - kunnen hun grond de functie 'natuur' geven. Zij krijgen een vergoeding als hun grond door deze functieverandering in waarde is gedaald. Ook kunnen zij subsidie krijgen om hun terrein in te richten. Dit kan via de zgn. Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls voor Natuur en Landschap (SKNL). Veel particulieren zijn verenigd in verschillende belangenorganisaties, zoals de Federatie Particulier Grondbezit (FPG), de Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied (SBNL), en regionale Bosgroepen, onder de koepel van de Unie van Bosgroepen. Particulieren kunnen onder voorwaarden subsidie aanvragen voor het beheer van hun natuurgebied. Dit kan via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Het Nationaal Groenfonds is in 1994 opgericht door de provincies en het ministerie van LNV.  Het verleent en ontwikkelt financiële faciliteiten voor natuur, bos en landschap. Voor publieke partijen zoals overheden, maar ook voor private partijen en particulieren.