Internationale Biodiversiteitsafspraken
Het Biodiversiteitsverdrag is het eerste verdrag dat gaat over de gehele verscheidenheid aan levensvormen op aarde. Het is een van de drie “Rio conventies” (naar de plaats waar deze in 1992 werden afgesloten). De ander twee zijn:
- De conventie in verband met klimaatverandering, ofwel de United Nations Framework Convention on Climate Change / UNFCCC;
- Het woestijnverdrag, ofwel de United Nations Convention to Combat Desertification / UNCCD: Met het verdrag wil de VN de effecten van droogte (vooral in Afrika) bestrijden. Er zijn ook maatregelen om woestijnvorming te voorkomen in landen ten noorden van de Middellandse zee.
Daarnaast zijn er nog diverse andere internationale afspraken die op onderdelen van de biodiversiteit betrekking hebben en welke door Nederland zijn geratificeerd. Voorbeelden zijn:
- Het Walvisverdrag uit 1946 (International Convention for the Regulation of Whaling): Sinds 1986 geldt een tijdelijk verbod (moratorium) op de commerciële walvisvaart. Het verbod is niet waterdicht: zo is walvisjacht wel toegestaan voor wetenschappelijke doeleinden. Japan maakt hier misbruik van door op grote schaal aan 'wetenschappelijke' vangst te doen. Ook geldt het verbod niet voor lokale gemeenschappen die afhankelijk zijn van de walvisvaart, zoals de Inuit. Landen als Noorwegen en IJsland erkennen het moratorium niet en blijven jagen op walvissen;
- Het in het Iraanse stad Ramsar gesloten verdrag uit 1971 met betrekking tot Wetlands (Ramsar conventie);
- Het CITES-verdrag uit 1973 (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Flora and Fauna / CITES): Sommige zeldzame of bedreigde dier- en plantensoorten zijn gewild omdat er veel geld mee te verdienen valt. Bijvoorbeeld voor hun ivoor (olifant) of als exotisch huisdier (gifslang). 'Wildlife crime' komt wereldwijd steeds meer voor. Ongeveer 180 landen hebben deze overeenkomst ondertekend. De (commerciële) handel van meer dan 30.000 beschermde soorten planten en dieren wordt door dit verdrag gereguleerd met vergunningen en certificaten;
- Het verdrag van Bonn uit 1979 over trekkende soorten (Convention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals / CMS): voor de bescherming van de internationale trekwegen van terrestrische en aquatische diersoorten, vleermuizen en op trekvogels. Onder dit verdrag lopen verschillende dochterverdragen zoals AEWA (trekkende watervogels) en Memoranda of Understanding (MoU) waarvan Nederland het MoU roofvogels en het MoU haaien heeft ondertekend;
- Het verdrag over bescherming van Antarctica: In Nederland zijn de afspraken met betrekking tot de bescherming van het antarctisch milieu uitgewerkt in de Wet bescherming Antarctica. Daarin staat dat Nederlanders een vergunning nodig hebben als zij voor wetenschappelijk onderzoek of toerisme naar Antarctica gaan. In zo'n vergunning staat bijvoorbeeld dat er geen afval achtergelaten mag worden, dieren niet mogen worden verstoord en de introductie van uitheemse dier- en plantensoorten in het gebied moet worden voorkomen.
- The Convention on the Conservation of Antarctic Marine Living Resources / CCAMLR.
- Het VN-Bossenforum (UNFF): In dit forum stemmen de leden van de Verenigde Naties hun inspanningen op het gebied van bossen op elkaar af, uitgaande van het Biodiversiteitsverdrag;
- De Internationale Tropische Hout Organisatie (ITTO);
- De Werelderfgoed conventie (UNESCO’s World Heritage Convention, welke door Nederland werd geratificeerd in augustus 1992. De missie van de Werelderfgoed conventie is te bevorderen dat:
- landen eraan deelnemen en ervoor zorgen hun eigen natuurlijk en cultureel erfgoed te beschermen;
- deelnemende landen locaties binnen hun grenzen nomineren om te worden opgenomen op de Werelderfgoed lijst;
- Het internationale verdrag met betrekking tot Plant genetische bronnen voor voedsel en landbouw: doel van dit FAO initiatief is ervoor te zorgen dat genetische bronnen voor voedsel en landbouw worden bewaard en duurzaam benut. En dat daarnaast de opbrengsten vanuit deze benutting op een eerlijke manier worden gedeeld ten behoeve van huidige en toekomstige generaties. De Commissie voor Genetische bronnen voor voedsel en landbouw (CGRFA) streeft naar internationale consensus ten aanzien van gebieden van mondiaal belang (via onderhandelingen);
- Nederland is ook lid van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) en heeft daarbinnen ook een eigen tak: IUCN NL.
Europese Biodiversiteitsafspraken
Ook in Europees verband zijn er diverse afspraken gemaakt over onderdelen van de biodiversiteit. Voorbeelden zijn:
- Het verdrag van Bern uit 1979 over wilde soorten en hun leefgebieden (Convention on the Conservation of European Wildlife and Natural Habitats): Dit verdrag is ingesteld door de Raad van Europa en heeft ruim 50 verdragspartners, inclusief de Europese Unie. Zij hebben afgesproken het aantal wilde planten- en diersoorten en hun leefomgeving op hun grondgebied in stand te houden. Die soorten zijn vastgelegd in lijsten en landen zijn verplicht deze periodiek te monitoren;
- De EU Vogelrichtlijn uit 1979;
- De EU Habitatrichtlijn uit 1992;
- Zeezoogdieren in het noordoosten van de Atlantische Oceaan (waaronder de Noordzee) worden beschermd onder het ‘ASCOBANS’-verdrag. Ook Nederland heeft dit ondertekend. In 2020 is de Leidraad stranding levende grote walvisachtigen opgesteld.
- In aansluiting op het Biodiversiteitsverdrag (CBD) heeft de EU in 2011 de Biodiversiteitsstrategie (Our life insurance, our natural capital: an EU biodiversity strategy to 2020) aangenomen. Doelen van dit gemeenschappelijke beleid waren: 1) het verlies aan biodiversiteit in Europa in 2020 tot staan brengen; 2) Natura 2000 versterken, dat is het netwerk van beschermde natuurgebieden in Europa; 3) maatschappelijke sectoren, zoals landbouw, bosbouw, visserij, toerisme en handel, rekening laten houden met biodiversiteit via het principe van No Net Loss (compenseren van biodiversiteitsverlies); 4) gedegradeerde ecosystemen in de EU voor 15% herstellen;
- De Europese Unie heeft in 2013 een Bossenstrategie opgesteld, met als doel duurzaam bosbeheer per 2020 in de hele EU te realiseren voor meervoudige functievervulling van bos.
- In 2020 werd door de Europese commissie de EU Biodiversiteitstrategie voor 2030 met bijbehorend actieplan uitgebracht. De strategie is verdeeld in een viertal hoofdthema’s: 1) Een samenhangend netwerk van beschermde gebieden; 2) Een EU-Plan voor het herstel van de natuur; 3) Wezenlijke veranderingen mogelijk maken; 4) De Europese Unie voor een ambitieuze wereldwijde biodiversiteitsagenda.