Het Biodiversiteitsverdrag (CBD)
Het 'Verdrag inzake Biologische Diversiteit', ook wel genoemd 'Conventie inzake Biologische Diversiteit' (CBD), of kortweg Biodiversiteitsverdrag, is het resultaat van een overeenkomst gesloten door wereldleiders in 1992 in Rio de Janeiro. Het ging bij de desbetreffende 'Earth Summit' (topconferentie) om een allesomvattende strategie voor duurzame ontwikkeling.
Een van de tijdens deze conferentie aangenomen overeenkomsten is het Verdrag inzake Biologische Diversiteit. Dit pact tussen de grote meerderheid van 's werelds overheden is gericht op het behoud van de ecologische basis van de aarde in combinatie met economische ontwikkeling. De CBD oftewel het verdrag inzake Biologische Diversiteit kent drie hoofddoelstellingen: behoud van biologische diversiteit, het duurzaam gebruik ervan, en een eerlijke verdeling van de voordelen die het gebruik van genetische bronnen opleveren.
De complete Nederlandse vertaling van de verdragstekst van de conventie vindt u hier.
Hoewel er al verschillende internationale afspraken bestonden op het gebied van natuur, was de 'Conventie inzake Biologische Diversiteit' het eerste verdrag dat gaat over de gehele verscheidenheid aan levensvormen. Tot nu toe zijn meer dan 192 landen tot het verdrag toegetreden, waaronder ook de Europese Unie als geheel en Nederland. De partijen van het Biodiversiteitsverdrag komen om de paar jaar bij elkaar tijdens zogeheten Conferenties van Partijen (Conferences of Parties: COP’s). De Zesde Conferentie van Partijen (COP-6) vond in Nederland plaats in 2002. Tijdens Conferenties van Partijen worden nadere afspraken gemaakt over de uitwerking van bepaalde onderdelen van het Biodiversiteitsverdrag. Inmiddels is er een groot aantal werkprogramma’s en richtlijnen opgesteld, en wordt op allerlei manieren samengewerkt bij de uitvoering ervan. Partijen leveren ook periodiek rapportages aan over hoe het staat met hun uitvoering van het Biodiversiteitsverdrag.
Met hun handtekening verplichten landen zich om:
- biologische diversiteit te behouden;
- duurzaam gebruik te maken van biodiversiteit;
- de kosten en opbrengsten uit biodiversiteit eerlijk tussen landen te verdelen.
In het verdrag staat dat biodiversiteit behouden moet blijven vanwege de intrinsieke waarde van de natuur. Maar het verdrag bekijkt biodiversiteit ook vanuit het nut voor mensen.
In 2010 is er een actieplan aangenomen met 20 punten om het verlies aan biodiversiteit tot staan te brengen in 2020, de zgn. ‘Aichi Biodiversity Targets’. Ook het zogenaamde Nagoya Protocol voor Access and Benefit Sharing (ABS) is in 2010 aangenomen. Het geeft invulling aan het derde doel van het Biodiversiteitsverdrag: de opbrengsten uit genetische bronnen eerlijk te verdelen. Eerder al werd in 2000 het Cartagena Protocol voor Biosafety aangenomen.
Gedetailleerde informatie (in het Engels) is te vinden op de Website van de CBD.
Nederland vindt het belangrijk dat er meer nadruk komt op implementatie van de Biodiversiteitsdoelstellingen met een versterkte samenwerking met lokale overheden en private partijen. In aanloop naar de 15e Conferentie van Partijen is binnen de CBD een initiatief gelanceerd om deze initiatieven ‘van onderaf’ in beeld te brengen (Engelstalig): An agenda for action.
Voor de Nederlandse initiatieven op dit vlak zie het door IUCN NL uitgebrachte rapport gebaseerd op hun initiatief om pledges van Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen, NGO’s en burgers te initiëren en compileren.
In December 2022 werd het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (GBF) aangenomen, met hoofddoelen voor 2050 en actiedoelen voor 2030.